onkostenvergoeding

  • on·kos·ten·ver·goe·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord onkostenvergoeding onkostenvergoedingen
verkleinwoord

de onkostenvergoedingv

  1. een vergoeding die vooral werkgevers aan hun werknemers kunnen toekennen ter compensatie van kosten die werknemers maken bij de uitoefening van hun functie
    • Twee maanden geleden deed de ophef over enkele onkostenvergoedingen, onder andere voor reizen naar het Thaise Bangkok, Geert Versnick (Open VLD) beslissen om afscheid te nemen van de deputatie én de actieve politiek. [2] 
    • Op basis wat deze mensen kunnen, wil Hofmozaïek hen betaald en gesubsidieerd werk dan wel vrijwilligerswerk met een onkostenvergoeding aanbieden. Met daarbij de garantie dat ze zo snel als mogelijk naar - in elk geval gesubsidieerd - werk kunnen doorstromen. [3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard DONDERDAG 7 SEPTEMBER 2017
  3. Tubantia 26-07-2017