Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • on·der·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderlopen
liep onder
ondergelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

ónderlopen [1]

  1. ergatief zich vullen met water
    • Door de onophoudelijke regens was de polder ondergelopen. 
     In Zuid-Holland, waar code geel geldt, zijn er meldingen van ondergelopen kelders. Verder heeft de brandweer zijn handen vol aan meldingen van stormschade in onder meer Eindhoven, Liessel, Helmond, Maastricht en Valkenswaard.[2]
Afgeleide begrippen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderlopen
onderliep
onderlopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

onderlópen [3]

  1. overgankelijk (verouderd) inhalen, achterhalen, meest hardlopend
  2. overgankelijk (verouderd) verstoren, verhinderen


vervoeging van: onderlopen…
geen verbogen vorm

onderlopen

  1. voltooid deelwoord van onderlopen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “KNMI: code oranje in het zuidoosten vanwege zware onweersbuien” (19 mei 20), NOS
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be