Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·hemd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderhemd onderhemden
verkleinwoord onderhemdje onderhemdjes

Zelfstandig naamwoord

het onderhemdo

  1. (kleding) een kledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt
    • Je moet wel netjes een onderhemd aandoen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be