onbeschrijflijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·be·schrijf·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van naamwoord van handeling van beschrijven met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -lijk
Bijvoeglijk naamwoord
onbeschrijflijk
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord onbeschrijflijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbeschrijflijk" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be