• on·be·leefd·heid
  • Afgeleid van beleefd met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud meervoud
naamwoord onbeleefdheid onbeleefdheden
verkleinwoord

de onbeleefdheidv

  1. onethisch gedrag dat geen rekening houdt met een ander