(klemtoonhomogram)

  • om·ge·ven
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omgeven
omgaf
omgeven
klasse 5 volledig

omgéven

  1. overgankelijk zich eromheen bevinden, zich bevinden rondom
    • Het huis is geheel omgeven door prachtige bossen. 
     Er is geen schaduw te vinden in het stoffige, gele maanlandschap, omgeven door rotsen, behalve onder een enkele verlaten ‘Joshua Tree’.[2]
  2. voorzien van iets dat omgeeft (met, door)
  3. voltooid deelwoord van omgeven
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omgeven
gaf om
omgegeven
klasse 5 volledig

ómgeven

  1. overgankelijk ronddelen
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. omgeven op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be