Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·floerst
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van omfloersen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen omfloerst omfloerster (omfloerstst) *
verbogen omfloerste omfloerstere (omfloerstste) *
partitief omfloersts omfloersters -

Bijvoeglijk naamwoord

omfloerst

  1. met een dunne laag bedekt
  2. (figuurlijk) bedekt, zonder duidelijkheid
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest omfloerst(e)" worden gebruikt. [1] [2]
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
omfloersen

omfloerst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omfloersen
    • Jij omfloerst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omfloersen
    • Hij omfloerst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omfloersen
    • Omfloerst! 
vervoeging van: omfloersen…
verbogen vorm: omfloerste

omfloerst

  1. voltooid deelwoord van omfloersen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be