olfactorisch
- ol·fac·to·risch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | olfactorisch | olfactorischer | |
verbogen | olfactorische | olfactorischere | |
partitief | olfactorisch | olfactorischers | - |
olfactorisch
- betrekking hebbend op het reukzintuig
- ▸ In de loop van de jaren negentig verschenen er in vakbladen echter hoopvolle berichten over de zogenaamde olfactorische gliacellen, die er tijdens de embryonale ontwikkeling voor zorgen dat onze reukzenuw tot in de hersenen kan groeien.[2]
- ▸ Het is opmerkelijk hoe ingrijpend de gevestigde opvatting over de geur van rookwaren is veranderd. Binnen dertig jaar sloeg die om van een neutrale, min of meer vanzelfsprekende olfactorische begeleiding van het dagelijkse leven naar een walging opwekkende stankbron.[3]
- Het woord olfactorisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "olfactorisch" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ olfactorisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “De chinese wonderdokter Huang Hongyung” (20/10/2010), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron Geschreven door:Beatrijs Ritsema“De stank van vroeger” (24/08/2011), HP de Tijd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be