oeverval
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oe·ver·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oeverval | oevervallen |
verkleinwoord | oevervalletje | oevervalletjes |
Zelfstandig naamwoord
de oeverval m
- (waterbeheer) verschijnsel waarbij door verdieping van de vooroever, in combinatie met losgepakt zand in de ondergrond, een oever inzakt en in de stroomgeul verdwijnt
- ▸ Een deel van de oever aan de kant van de Westhavendijk in Goes is ingezakt. De schade van die zogeheten oeverval is aanzienlijk en moet zo snel mogelijk worden hersteld om erger te voorkomen.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'oeverval' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Flinke schade door oeverval (24 oktober 2015) in: Provinciale Zeeuwse Courant , blz. 36 kol. 5