Plaatval langs de oever van de Westerschelde
  • plaat·val
enkelvoud meervoud
naamwoord plaatval plaatvallen
verkleinwoord plaatvalletje plaatvalletjes

de plaatvalm

  1. (waterbeheer) verschijnsel waarbij door verdieping van de vooroever, in combinatie met losgepakt zand in de ondergrond, een oever van een zandplaat inzakt en in de stroomgeul verdwijnt
     Feit is dat met plaatvallen honderden kuub tegelijk in de geulen verdwijnen en de platen als leefgebied voor vogels afnemen[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    René Beijersbergen
    Antwerpen (30 januari 2016) in: Provinciale Zeeuwse Courant  , blz. 40 kol. 1