vervoeging van
noter

notes

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van noter
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van noter


notes m

  1. notitieblok


notes monbezield

  1. notitieblok


vervoeging van
notar

notes

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van notar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van notar


  • no·tes
  • Afgeleid van het Duitse Notiz

notes monbezield

  1. notitieblok