Nijlbaars
  • nijl·baars
enkelvoud meervoud
naamwoord nijlbaars nijlbaarzen
verkleinwoord

de nijlbaarsm

  1. (straalvinnigen) Lates niloticus   grootste zoetwatervis van Afrika met een maximale lengte van 175 cm, veel voorkomend in het Victoriameer
    • Het menu is seizoensgebonden, er is elke dag een vegetarisch alternatief en op donderdag eten alle kinderen vegetarisch. Dierenwelzijn, duurzame vis en acties tegen voedselverspilling bepalen mee het menu. Dus geen pangasius, tilapia, tonijn en victoriabaars (nijlbaars). [2] 
    • Het was de speeltuin voor evolutionair biologen: het Victoriameer in Afrika. Doordat er zich in korte tijd honderden soorten uit maar enkele voorouders hadden gevormd, was het de plek bij uitstek om soortvorming te bestuderen. Totdat in de jaren vijftig de nijlbaars er werd geïntroduceerd, om de mensen die langs het meer woonden te voeden. De roofvis bleek een voorkeur te hebben voor het eten van cichliden en binnen een paar decennia was een groot deel van alle soorten uitgestorven. Alleen in bijvoorbeeld ondiepe gebieden konden de cichliden overleven omdat hun vijand er te groot voor was. Met die paar overgebleven soorten moeten biologen het nu doen in hun zoektocht naar begrip van soortvorming. [3] 
74 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[4]
  1. nijlbaars op website: Etymologiebank.nl
  2. de Standaard ZATERDAG 26 NOVEMBER 2016 -
  3. Volkskrant HIDDE BOERSMA 14 december 2013
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be