nicotine
- ni·co·ti·ne
- van Duits Nikotin, afgeleid van de wetenschappelijke naam van de tabaksplant Nicotiana tabacum met het achtervoegsel -in, als naam in 1828 voorgesteld door de Duitse arts C.W.H. Posselt en de Duitse scheikundige K.L. Reimann , in de betekenis van ‘alkaloïde in tabak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1842 [1] [2]
De naam van het plantengeslacht Nicotiana is een eponiem in 1564 voorgesteld door de Franse arts J. Liébault dat verwijst naar de 16e eeuwse Franse diplomaat en woordenaar J. Nicot die een rol speelde bij het bekend maken van tabak in Europa. [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nicotine | - |
verkleinwoord | - | - |
- (scheikunde) vloeibaar, scherp en vluchtig alkaloïde in tabak, een zeer krachtig vergif, dat eerst opwekt en later verlammend werkt
- ▸ Nicotine is de oorzaak voor veel hart- en vaatklachten en kanker; een kwart van de stevige rokers (meer dan twintig sigaretten per dag) haalt de 65 jaar niet.[5]
- Het woord nicotine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nicotine" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Posselt W. & Reimann L.Chemische Untersuchung des Tabaks und Darstellung eines eigenthümlich wirksamen Prinzips dieser Pflanze in: Magazin für Pharmacie, jrg. 6 nr. 24 (1828), P.L. Geiger, Karlsruhe, p. 146
- ↑ Weblink bron Sobernheim, J.F. (vert. Verwey, L.H.)“Handboek tot de practische leer der geneesmiddelen” (1842), Vogelensank, Gouda, p. 61 kol. 1
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ nicotine op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Frederiek Weeda“Paffen in de pauze en tegen stress” (15 juli 2020) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be