• neu·tro·fiel
enkelvoud meervoud
naamwoord neutrofiel neutrofielen
verkleinwoord - -

de neutrofielm

  1. (biologie) een van de vijf hoofdsoorten leukocyten
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen neutrofiel neutrofieler meest neutrofiel
verbogen neutrofiele neutrofielere meest neutrofiele

neutrofiel

  1. (medisch) kleurbaar met neutrale kleurstoffen