netvleugelige
- Geluid: netvleugelige (hulp, bestand)
- IPA: / nɛtˈfløɣələɣə / (5 lettergrepen)
- net·vleu·ge·li·ge
- zn: terugvorming uit netvleugeligen zn zonder de uitgang -en, op te vatten als afgeleid van netvleugelig bn met het achtervoegsel -e [1]
- bn: netvleugelig bn met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netvleugelige | netvleugeligen |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
- (dierkunde) benaming voor insecten uit de orde Neuroptera , die dakpansgewijs over elkaar liggende, doorschijnende vleugels hebben met een zichtbaar patroon van zich naar de rand vertakkende aders
- ▸ De mierenleeuw, Myrmeleon formicarius, is een netvleugelige. Dat is een groep insecten waar ook de gaasvliegen en de kameelhalsvliegen toe behoren.[2]
- zie de categorie: Netvleugeligen in het Nederlands
netvleugelige
- verbogen vorm van de stellende trap van netvleugelig
- Het woord netvleugelige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gerrit Jansen“Jonge mierenleeuwen zijn beresterk, later worden het softies” (10 juli 2009) op gelderlander.nl
- ↑ Weblink bron “Fossiel in Canada gevonden van insect dat tegenwoordig in Australië leeft” (20 jun 2020) op nu.nl
- ↑ Weblink bron D.C. GeijskesOver de Neuroptera-fauna van Meijendel in: Zoologische Bijdragen, jrg. 13 nr. 8 (1972), p. 43