netelroos

- ne·tel·roos
- samenstelling van netel en roos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netelroos | - |
verkleinwoord | - | - |
- (medisch) een allergische irritatie van de huid
- Hij had vreselijk last van netelroos.
- Het woord netelroos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "netelroos" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be