nazwaaien
- na·zwaai·en
- samenstelling van na bw en zwaaien ww
nazwaaien
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nazwaaien |
zwaaide na |
nagezwaaid |
zwak -d | volledig |
- iemand groeten die weggaat
- Toen ze in Madrid was uitgestapt bij haar hotel, bleef ze de paar schakers die doorgingen naar het vliegveld nog lang nazwaaien. Een aardige wereldkampioene, dacht ik. Heel wat anders dan de vechtmachines bij de mannen. [1]
- En om het helemaal af te maken, fietste ik uiteindelijk luid schreeuwend de straat uit, haar nazwaaiend met het plastic zakje. [2]
- (figuurlijk) zien dat iemand sneller of beter is
- Vitaliteitscoach Daphne de Jong is zaterdagavond als beste Maestro-dirigente van Holten gekozen door de vakjury en het publiek. Met haar zelfverzekerde dirigeerslag loodste ze het 25-koppige orkest van HMV overtuigend door het nummer Skyfall van Adele. Medefinalisten Ria Kappert en Frank Fridrichs hadden het nazwaaien. [3]
- [1] verwelkomen
- Het woord nazwaaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nazwaaien" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ NRC Hans Ree 8 april 1995 Vaarwel, Maja Tsjiboerdanidze
- ↑ NRC 16 maart 1996 Z op Internet; Een heg te ver
- ↑ Tubantia 10-07-16 Daphne de Jong wint Maestro Holten
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be