Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·le·zing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nalezing nalezingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nalezingv

  1. het opnieuw lezen van een tekst
  2. een akker nog eens nalopen om te zien of er nog wat te oogsten valt
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be