• na·gel·heet·ma·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord nagelheetmaker nagelheetmakers
verkleinwoord nagelheetmakertje nagelheetmakertjes

de nagelheetmakerm

  1. (beroep), (scheepvaart), (verouderd) een werkman op een scheepswerf, meestal nog een leerjongen, die de klinknagels verhitte vooraleer ze in het gat geklopt werden
    • Wegens de grote hitte was het beroep van nagelheetmaker vaak heel gevaarlijk.