• mot·echt
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen motecht motechter motechtst
verbogen motechte motechtere motechtste
partitief motechts motechters -

motecht

  1. (van textiel) bestand tegen vraat door rupsjes van de klerenmot Tineola biseliella  
    • Door kleine hoeveelheden kunstvezels door wol te mengen, worden de rupsen gehinderd. Ook zijn er chemische behandelingen gekomen om kledingstukken langere tijd of zelfs permanent ‘motecht’ te maken. [1]
16 % van de Nederlanders;
8 % van de Vlamingen.[2]