mondharp
- mond·harp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mondharp | mondharpen |
verkleinwoord | mondharpje | mondharpjes |
- (muziek) een klein tokkelinstrument en lamellofoon waarbij de klank gevormd wordt door een dunne lamel aan te tokkelen waarbij het frame tussen de tanden of tegen de lippen wordt gehouden
- Verrassend moet ook het optreden van de Juke Joints om 21.45 uur zijn. „De Zeeuwse bluesband heeft echt een eigen stijl. Ze gebruiken vaak een mondharp in hun nummers. Maar echt een unicum is hun gebruik van de accordeon, dat wordt haast nooit gedaan in de blueswereld.” [2]
- Bluesband The Veldman Brothers treedt vrijdag op bij Herberg De Pol in Diepenheim. De band bestaat uit broers Gerrit (gitaar en zang) en Bennie (toetsen, mondharp en zang), Fred van der Wende op bas en Han Neijenhuis op drums. [3]
1. een klein tokkelinstrument en lamellofoon waarbij de klank gevormd wordt door een dunne lamel aan te tokkelen waarbij het frame tussen de tanden of tegen de lippen wordt gehouden
- Het woord mondharp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mondharp" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 21-06-16, Na jubileum is Lossers bluesfestival nu bekender dan ooit
- ↑ Tubantia 25-01-17 The Veldman Brothers in Herberg De Pol Diepenheim
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be