harp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- harp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harp | harpen |
verkleinwoord | harpje | harpjes |
Zelfstandig naamwoord
- (muziekinstrument) een instrument met een driehoekige vorm met voor elke toon een aparte snaar
- Veel mensen vinden de harp een mooi muziekinstrument.
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. (muziekinstrument) een instrument met een driehoekige vorm met aparte snaren voor elke toon
Werkwoord
vervoeging van |
---|
harpen |
harp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harpen
- Ik harp.
- gebiedende wijs van harpen
- Harp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harpen
- Harp je?
Gangbaarheid
- Het woord harp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "harp" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "harp" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ harp op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- IPA: /hɑɻp/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
harp | harps |
Zelfstandig naamwoord
harp