mizrach
- miz·rach
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mizrach | mizrachs |
verkleinwoord |
het mizrach o
- (Jiddisch-Hebreeuws) oosten
- (Jiddisch-Hebreeuws) bord of plaat in huiskamer of synagoge waarmee de oostelijke richting wordt aangegeven, voor het gebed
- Het woord 'mizrach' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.