• mis·sing
enkelvoud meervoud
naamwoord missing missingen
verkleinwoord - -

de missingv

  1. het mis hebben, per abuis iets verkeerds doen of zeggen
    • Opnieuw de telefoon die gaat. Ik neem de hoorn op en zeg mijn naam, waarop een afgebeten stem repliceert, geflankeerd en sourdine door het gesuis van een machine, ‘Excuseer dit is een vergissing,’ en niet beschaamd voor deze missing, snel de lijn verlaat. [2]
  2. iets mislopen, ontbreken
    • Daarna komt de geessel, die op de regeering valt, de Hemel van gezag, overeenkomende met de missing van 't zonnelicht, van de maan en starren; dit is wat 'er gebeurt, als Odoacer met zijne Herulen en allerleid slag van Volkeren, die hem volgen, het Rijk ten Westen verdelgt. [3]
  3. niet treffen
49 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[4]


  • miss·ing
  • Gebruik van het onvoltooid deelwoord (gerundium) van het werkwoord miss als bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie 104710
stellend vergrotend overtreffend
missing - -

missing

  1. absent, afwezig
  2. verloren
  3. vermist
  4. gewenst, ontbrekend
    «Bikini brand Farron Swim in hot water over missing orders [1]»
    Bikinimerk Farron Swim in verdrukking over ontbrekende bestellingen

missing

  1. onvoltooid deelwoord van miss

missing

  1. gerundium van miss
  1. The Sydney Morning Herald, 30 december 2017
    'Another Shakuhachi': bikini brand Farron Swim in hot water over missing orders
    Schrijfster: Melissa Singer (geraadpleegd 2017-12-30)