misselijkmakend
- mis·se·lijk·ma·kend
- samenstelling van misselijk en makend
misselijkmakend
- waarvan men (bij de gedachte alleen al) misselijk wordt; heel vreselijk
- Het zijn misselijkmakende feiten.
- Het woord misselijkmakend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.