misprijzen
- Geluid: mispríj́zen (hulp, bestand)
- IPA: / mɪsˈprɛizə(n) / (3 lettergrepen)
- Geluid: mísprijzen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɪsprɛizə(n) / (3 lettergrepen)
- mis·prij·zen
- samenstelling van mis bw en prijzen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
misprijzen |
misprees |
misprezen |
klasse 1 | volledig |
mispríj́zen
- overgankelijk spot of afkeuring over iemand of iets uitspreken
- Geëngageerde kunst wordt vaak misprezen.
- ▸ Ter aanvulling wijst hij op de ouderdom van het dansen (zolang als er al mensen zijn, vs. 51), op de hemelse herkomst (de dans van de sterren aan het firmament (vs. 52-54), alsmede op verdere eerbiedwaardige voorbeelden van positief gebruik. Waarom zou men het dansen nu dan misprijzen (vs. 60)?[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | misprijzen | - |
verkleinwoord | - | - |
het mispríj́zen o
- spottende afkeuring
- ▸ Zijn boertige houding riep aanvankelijk weerstand op bij het koningshuis en ook elders in België zag men soms met misprijzen dat de premier toch niet het toonbeeld van een heer van stand was.[2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
misprijzen |
prijsde mis |
misgeprijsd |
zwak -d | volledig |
mísprijzen
- overgankelijk voorzien van een verkeerd verkoopbedrag
- ▸ Op het meldpunt ‘misprijzen’ kreeg de Consumentenbond meldingen van mensen die ineens €6,05 moesten bijbetalen voor hun smartphone.[3]
- Het woord misprijzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "misprijzen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Weblink bron “Brabbeling” (2013; origineel: 1614), Sp. 2.18 op dbnl.org
- ↑ Weblink bron “Compromis was handelsmerk Dehaene” (15 mei 2014) op nu.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Thuiskopieheffing vaak te laat in beeld” (29 oktober 2013) op consumentenbond.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be