miskennen
- mis·ken·nen
- In de betekenis van ‘niet erkennen’ voor het eerst aangetroffen in 1785 [1]
- samenstelling van mis en kennen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
miskennen |
miskende |
miskend |
zwak -d | volledig |
miskennen
- overgankelijk niet goed naar waarde schatten, onderwaarderen
- ▸ Te veel kleine mannen miskenden de grootheid van Madame Curie.[3]
- ▸ Het is een verleidelijk beeld, als je langs talloze kerken en kastelen rijdt, door stadjes waar geen leven te bekennen is, laat staan enige moderne vorm van bedrijvigheid. Maar daarmee misken je de dynamiek die je even goed langs de Nationale 7 aantreft.[4]
1.
- Het woord miskennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "miskennen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "miskennen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ miskennen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Ton Crijnen“Te veel kleine mannen miskenden de grootheid van Madame Curie.” (22 maart 1996) op trouw.nl
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be