• mi·li·eu·hy·gi·ë·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord milieuhygiëne
verkleinwoord

de milieuhygiënev / m

  1. het behouden van een gezonde leefomgeving, het beperken van de negatieve invloeden van de mens op de leefomgeving
    • Overigens wil het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) geen uitspraken doen over de risico’s van de opslag van gasolie in zoutholtes op Marssteden. [1] 
    • Waar zag u uzelf later werken, toen u nog studeerde? „Bij een waterschap. Ik koos voor de studie milieuhygiëne omdat ik geïnteresseerd was in de technische kant van het waterzuiveren, ik vond scheikunde en biologie leuk.” [2] 
  1. Tubantia 23-09-2015
  2. NRC Marleen Luijt 22 augustus 2007