middelerwijl
- Geluid: middelerwijl (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɪdələrˌwɛil / (4 lettergrepen)
- mid·de·ler·wijl
- leenvertaling van Duits mittlerweile, op te vatten als genitief van de samenstelling van middel zn en wijl zn [1] [2]
middelerwijl
- in de tussentijd
- ▸ Op zijn knieën lag een blaasbalg, waarmee hij blijkbaar had getracht het smeulende vuur tot een hellere gloed aan te wakkeren, maar hij was middelerwijl in diep gepeins verzonken Beraakt en zat, de ellebogen op de blaasbalg geleund, de kin op de duimen rustend, met starre, afwezige blik naar de roestige stangen te staren.[3]
- ▸ Middelerwijl had de waard het geëiste bier gebracht, en de Deken der beenhouwers dronk meermalen zonder op de Fransen te letten.[4]
- Het woord middelerwijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ middelerwijl op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Oliver Twist” (1838), ISBN 9788726116397
- ↑ “De leeuw van Vlaanderen” (1838), Davidsfonds/Clauwaert, ISBN 9063063334