mengbeker
- meng·be·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mengbeker | mengbekers |
verkleinwoord |
de mengbeker m
- een beker waarin je verschillende (vloei)stoffen door elkaar heen kunt mengen
- Verwarm de barbecue op ca 180 graden. Pureer alle ingrediënten (behalve het rundvlees) in een mengbeker van de staafmixer of een keukenmachine. Snijd het vlees voorzichtig open tot een lap vlees van ruim 1 cm dik.[2]
- Schenk de wodka, kersenbrandewijn en gewone brandewijn in een mengbeker die gevuld is met ijsklontjes en roer goed door. Schenk het geheel door een zeef in een martiniglas van 90 ml. Garneer met een cocktailkers.[3]
- Nu de pasta maken. Even wachten met de chocolade, suiker en bouillon. Doe de rest in een mengbeker en laat de mesjes van de keukenmachine draaien tot je een dikke pasta krijgt. Dit mengsel 5 minuten fruiten, in het vet van de kip. Je weet niet wat je ruikt.[4]
- Het woord mengbeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mengbeker" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 18 aug. 2015
- ↑ de Telegraaf 01 feb. 2014
- ↑ de Telegraaf 12 feb. 2011
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be