bowl
- bowl
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘drank uit wijn, rum en vruchten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1902 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bowl | bowls |
verkleinwoord | - | - |
de bowl m
- (voeding) een feestelijk mengsel van vers fruit en wijn of andere alcoholische drank
vervoeging van |
---|
bowlen |
bowl
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bowlen
- Ik bowl.
- gebiedende wijs van bowlen
- Bowl!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bowlen
- Bowl je?
- Het woord bowl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bowl" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "bowl" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bowl | bowls |
bowl