bowlen
- bow·len
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘bowling spelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1955 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bowlen | - |
verkleinwoord | - | - |
het bowlen o
- (sport), bowling, ontstaan uit het aloude spel kegelen, is een sport waarbij de speler door middel van een bowlingbal moet proberen om alle tien de pins omver te gooien.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bowlen |
bowlde |
gebowld |
zwak -d | volledig |
bowlen
- inergatief bij cricket, de bal naar de batsman werpen.
- Er werd goed gebowld.
- Het woord bowlen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bowlen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bowlen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be