Nederlands

 
bowlingbal
Uitspraak
Woordafbreking
  • bow·ling·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bowlingbal bowlingballen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bowlingbalm

  1. een harde bal met drie gaten waarmee je kunt bowlen
    • Bijna dagelijks traint hij anderhalf uur in de sportschool, naast de sessies op de bowlingbaan. Kracht is van belang. Hij grijpt met zijn rechterhand een bowlingbal en prikt zijn ringvinger, middelvinger en duim in de gaten. „Na een tijdje is dit best zwaar.”[1] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Steven Verseput 18 maart 2016
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be