• meer·der·heids·taal
enkelvoud meervoud
naamwoord meerderheidstaal meerderheidstalen
verkleinwoord meerderheidstaaltje meerderheidstaaltjes

de meerderheidstaalv / m

  1. (taalkunde) taal die in een bepaald gebied door een meerderheid van de bevolking wordt gesproken
    • Een taal opgeven voor de meerderheidstaal.