meenemen
- mee·ne·men
- samenstelling van mee bw en nemen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meenemen /'me.ne.mə(n)/ |
nam mee /nɑm 'me/ |
meegenomen /meɣənomə(n)/ |
klasse 4 | volledig |
meenemen
- overgankelijk bij het vertrek meevoeren naar een nieuwe plaats
1. bij het vertrek meevoeren
- Het woord meenemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meenemen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 18
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be