nam mee
- nam mee
vervoeging van |
---|
meenemen |
nam mee
- enkelvoud verleden tijd van meenemen
- Ik nam mee.
- Jij nam mee.
- Hij, zij, het nam mee.
- Ik nam mee.
- ▸ In 2002 en 2003 trok ik intensief op met Muskee, omdat ik zijn biografie schreef. Hij nam me mee op autoritten, waarbij hij veel klassieke muziek liet horen. Hij was verknocht aan Drenthe en liet mij de bossen en groene vlakten zien die hij zo goed kende. Hij gidste me naar het vennetje waar de regels voor zijn grootste hit 'Window of my eyes' in hem opkwamen.[1]
- Het woord nam mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron “Window of my eyes: Harry Muskee en de verloren tijd” (zaterdag 16 januari 2016, 13:44), NOS