meehelpen
- mee·hel·pen
- samenstelling van mee bw en helpen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meehelpen |
hielp mee |
meegeholpen |
klasse 3 | volledig |
meehelpen
- anderen helpen iets te doen
- Ik hielp mee de zware kast naar boven te brengen.
- ▸ Bang vroeg ik me af wat ik nu het best kon doen. Ik riep naar Goldie maar die reageerde niet, die lag te ver weg om me te horen en de loeiende wind hielp ook niet mee.[1]
- ▸ Everts woonde begin dit jaar nog in Tokio waar ze meehielp aan de watervoorzieningen rondom alle Olympische locaties. Een avontuurlijke baan in een dynamische stad die geen uit-knop lijkt te hebben.[2]
1. anderen helpen iets te doen
- Het woord meehelpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meehelpen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “De camping in plaats van de Olympische Spelen: ‘Dit is natuurlijk het andere uiterste’” (24 juli 2020), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be