• me·ce·nas
  • eponiem van de Romeinse staatsman en beschermer van de kunst Maecenas  , in de 1e eeuw v.C. een raadgever van keizer Augustus [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord mecenas mecenassen
verkleinwoord

de mecenasm

  1. iemand die kunstenaars en wetenschappers financieel ondersteunt
    • Een geheimtip: als u de elektriseermachine bliksems wilt zien maken, moet u uw ticket op voorhand boeken op de webstek van het museum, én de bijkomende optie voor de ‘theatertour’ kiezen. Twee acteurs nemen u dan mee naar een voor het publiek gesloten deel van het woonhuis van mecenas Pieter Teyler, voor een (spannende) trip door leven en werk van Nobelprijswinnaar Hendrik Antoon Lorentz, begin vorige eeuw directeur van Teylers. [3] 
    • Melchers, ook wel bekend als de mecenas van de Achterhoek, is boos en teleurgesteld. De 79-jarige steenrijke zakenman schonk Ruurlo het Willinkmuseum, dat eind juni zijn deuren opende. Dat kostte de gemeenschap geen cent. [4] 
57 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. mecenas op website: Etymologiebank.nl
  3. De Standaard DINSDAG 8 AUGUSTUS 2017
  4. Tubantia Jelle Boonstra 21-07-2017
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be