1. mauve
  • mau·ve
stellend
onverbogen mauve
verbogen
partitief mauves

mauve

  1. zacht paars
enkelvoud meervoud
naamwoord mauve -
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

het mauveo

  1. (kleur) zacht paars
69 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[5]