manteldier
- Geluid: manteldier (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑntəlˌdir / (3 lettergrepen)
- man·tel·dier
- samenstelling van mantel zn en dier zn , een verwijzing naar het meer of minder soepele exoskelet van deze dieren [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | manteldier | manteldieren |
verkleinwoord | manteldiertje | manteldiertjes |
het manteldier o
- (dierkunde) benaming voor ongewervelde zeedieren met een exoskelet uit de onderstam Tunicata
- ▸ En nu is er ook nog echt druipzakpijpennieuws. Het slijmerige zeebeest – een manteldier, wonderwel tamelijk nauw verwant aan gewervelde dieren (en mensen) – is namelijk voor het eerst aangetroffen in de Waddenzee.[2]
- zie de categorie: Manteldieren in het Nederlands
- Het woord manteldier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Kees Moeliker“Oprukkende exoot” (26 september 2009) op nrc.nl