manteldiertjes
- Geluid: manteldiertjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑntəlˌdircəs / (4 lettergrepen)
- man·tel·dier·tjes
- manteldiertje met uitgang -s
de manteldiertjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord manteldier
- ▸ Wie beseft dat het spijsverteringskanaal van de zakpijp, een van de primitiefste manteldiertjes die al vijfhonderd miljoen jaar bestaan, overeenkomsten vertoont met dat van de mens, beziet zichzelf in de toekomst toch anders.[1]
- Het woord manteldiertjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Lucette ter Borg“Even mooi als monsterlijk” (16 maart 2013) op nrc.nl