• mal·le·praat
enkelvoud meervoud
naamwoord mallepraat -
verkleinwoord - -

de mallepraatm

  1. niet ernstig te nemen uitingen, onzinnige uitspraken
79 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be