maisakker

1. grond bestemd voor de teelt van mais

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  maisakker    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈmɑjsɑkər/

Woordafbreking

• mais·ak·ker

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  mais zn  en  akker zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	maisakker	maisakkers
verkleinwoord	maisakkertje	maisakkertjes

Zelfstandig naamwoord

het maisakker o

1. (landbouw) grond bestemd voor de teelt van mais

Synoniemen

• maïsakker (andere uitspraak)

Hyperoniemen

• maisveld (een maisveld is een maisakker waar de maisplanten zichtbaar zijn)

Gangbaarheid

• Het woord maisakker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.