magelhaengors
- (IPA in voorbereiding)
- ma·gel·haen·gors
- geoniem, samenstelling van Magelhaen en "Straat Magellaan, zeestraat tussen Vuurland en het vasteland van Zuid-Amerika " en gors zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | magelhaengors | magelhaengorzen |
verkleinwoord | magelhaengorsje | magelhaengorsjes |
- (zangvogels) Melanodera melanodera een zangvogel uit de familie Thraupidae (tangaren). Deze soort telt 2 ondersoorten
- Het woord 'magelhaengors' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.