Cursisten leren rond 1910 blind machineschrijven met tien vingers.
  • ma·chi·ne·schrij·ven
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
machineschrijven
-
-
onvolledig

machineschrijven

  1. (formeel) tekst op papier zetten met behulp van een typemachine
     Ik was toen zeventien jaar, had net mijn diploma machineschrijven volgens het tienvingersysteem gehaald en werkte op het distributiekantoor in Oegstgeest waar een hele kudde Remingtons op mijn gretige vingers leek te staan wachten.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Jan Wolkers
    “Monet kwam te vroeg” (30 juni 2000) op nrc.nl