maanvaren
- (IPA in voorbereiding)
- maan·va·ren
- samenstelling van maan en varen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maanvaren | maanvarens |
verkleinwoord | maanvarentje | maanvarentjes |
- (varens) een geslacht Botrychium van varens uit de addertongfamilie (Ophioglossaceae ). Bovengrondse bladeren worden niet elk jaar voortgebracht en sommige soorten blijven zelfs langdurig onder de grond en halen hun energie dan uit de symbiose met wortelzwammen. In Nederland komt de gelobde maanvaren (Botrychium lunaria ) voor
- Het woord 'maanvaren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.