• maag·aan·doe·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord maagaandoening maagaandoeningen
verkleinwoord

de maagaandoeningv

  1. (medisch) ziekte van de maag
    • TV-kok Gordon Ramsay is aangeklaagd door een liefdadigheidsorganisatie in Nieuw-Zeeland omdat hij twee keer verstek liet gaan bij een evenement waar hij hoofdgast zou zijn. De stichting had de Britse topchef uitgenodigd voor een groot diner om geld in te zamelen voor een jong meisje dat aan een chronische maagaandoening lijdt.[2] 
    • Na terugkeer in Nederland direct naar de huisarts. Die vermoedde een maagaandoening, waarvoor ik medicijnen kreeg voorgeschreven, ondanks dat ik opmerkte dat een maagaandoening toch niet van het één op het andere moment geen pijn meer kon doen.[3]