• IPA: /mɲɛɲɪt sɛ/
  • mě·nit se
  • Afgeleid van het werkwoord měnit en het voornaamwoord se

měnit se imperfectief  wederkerend    

  1. (zich) veranderen
    «Časy se mění a nikdy se nic nevrací.»
    Tijden veranderen en nooit komt iets terug.
  2. wisselen
    «Uvažuje se, že nájemníci se zhruba po roce mění a měsíc trvá, než majitel sežene nového zájemce.»
    Men schat, dat huurders ongeveer na een jaar wisselen en dat het een maand duurt voodat de eigenaar een nieuw geïnteresseerd persoon vindt.
  1. proměňovat se imperfectief
  2. střídat se