• ly·se·rød
  • Samenstelling van de Deense bijvoeglijke naamwoorden lys en rød met het invoegsel -e-
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud lyserød
o enkelvoud lyserødt
meervoud lyserød
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
lyserøde

lyserød

  1. (kleur) bleekrood, lichtrood, vaalrood
  2. (kleur) roze, rooskleurig, rozig, rosé
  3. (figuurlijk) gelukkig, idyllisch
  • [1]: lyserød roser
lichtrode rozen
  • [2]: lyserød kjole
een roze jurk
  • [3]: svæve på en lyserød sky
op een roze wolkje zweven