rooskleurig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rooskleurig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- roos·kleu·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rooskleurig | rooskleuriger | rooskleurigst |
verbogen | rooskleurige | rooskleurigere | rooskleurigste |
partitief | rooskleurigs | rooskleurigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
rooskleurig
- dat iets heel goed lijkt te zijn
- De goed opgeleide student heeft een rooskleurige toekomst voor zich.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord rooskleurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rooskleurig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be